Aalscholver

Er bestaan zevenendertig soorten aalscholvers. Net zoals de meeste watervogels is de aalscholver nogal onhandig op het droge. Hij eet hoofdzakelijk vis en hij kan uitstekend vissen. in Azië werden aalscholvers vroeger gebruikt als 'vishengel'. De mensen bonden een touwtje om zijn nek en lieten hem onder water op zoek gaan naar vissen. Als hij dan een vis gevonden had, trokken ze het touwtje aan, zodat hij hem niet kon doorslikken. In de natuur vissen aalscholvers vaak in een groep , wat doeltreffender is bij het samendrijven van de vissen Hij kan meer dan vijfendertig meter diep dijken en gevruikt zijn vleugels en zijn poten, die van zwemvliezen voorzien zijn, om zich voort te bewegen. Als hij uitgevist is, komt hij weer aan land en droogt hij zijn vleugels in de zon door zijn karakteristieke houding aan te nemen: met zijn lijf rechtop en zijn vleugels wijd uit elkaar. In de paartijd nestelen aalscholvers in grote kolonies op de rotswanden. Ze maken hun nest op de grond en het vrouwtje legt drie of vier eieren.

Aalscholver in andere talen:

Engels:cormorant

Duits:kormoran

Frans:cormoran

Italiaans:cormorano

Spaans:cormorán

Deens:cormorant

Fins:merimetso